Het mag verbazing wekken dat over de meest misdadige onderneming uit de wereldgeschiedenis nog veel onduidelijk is. Er zijn duizenden boeken gepubliceerd over Adolf Hitler en de Holocaust, maar toch is er nog onenigheid over Hitlers motieven tot de moord op de joden. Ook zijn onderzoekers het er niet over eens of Hitler wel een bevel tot vernietiging der joden heeft gegeven; er wordt zelfs gesteld dat een bevel contraproductief geweest zou zijn. En wie was Adolf Hitler in wezen? Hoe moeten we zijn persoonlijkheid zien? Ook hierover lopen de meningen uiteen. Den Hertog speurt aan de hand van primaire bronnen naar Hitlers criminele motieven, legt ze één voor één bloot, en markeert een centraal motief. Gewapend met inzichten uit de rechtspsychologie kijkt hij opnieuw naar de bronnen over het Führerbefehl en komt tot de conclusie dat Hitler ten minste één fataal bevel heeft gegeven. Het bevel zelf analyseert hij en stelt vast dat zowel de aard als de uitvoering geconstrueerd was om Hitler zelf in te dekken. Aan het slot van het boek is het de lezer duidelijk op welke wijze hij de misdadige persoonlijkheid van Adolf Hitler moet zien. Peter den Hertog (1951) studeerde geschiedenis en cultuurwetenschappen. Den Hertog heeft twee hoofdstukken uit zijn vorige boek overgenomen: het eerste is ingekort, het tweede geheel herzien en fors uitgebreid.