Op het eerste gezicht lijken de verhalen van Hashem Waheb klassieke sprookjes die zich afspelen in een ver verleden, geplaatst tegen de achtergrond van de eeuwenoude Afghaanse cultuur. Sprookjes over een prinses die met behulp van een bulderende reus haar verdwenen zussen weet terug te vinden. Over twee grote zwarte vogels die overdag tot leven komen om op een raadselachtige manier geliefden bij elkaar te brengen. Verhalen over geweld en misbruik van macht tegenover saamhorigheid en liefde voor elkaar.
Maar geheel onverwacht plaatst de schrijver het laatste spannende verhaal in het verscheurde Afghanistan van nu. Een gewapende, op overheersing beluste macho probeert met geweld een knappe jonge vrouw tot zijn huisslavin te maken. De familie van de vrouw weet zich echter te verzetten en samen ontkomen ze aan de nachtmerrie. Een thriller met deze onmiskenbare boodschap: sprookjes zijn echt.
Hashem Waheb kwam naar Nederland om weg- en waterbouw te studeren. Blind geworden door een ongeval vond hij tijd om de verhalen die hem in zijn jeugd werden verteld op papier te zetten. In de vertellingen klinken duidelijk zijn levensovertuiging door, met respect voor de cultuur van zijn geboorteland en geloof in de Almachtige.
